In de voorbereiding op de Paralympische Spelen was dit het onderdeel waar wij het minst in hadden geïnvesteerd. ‘Maar toch, je weet nooit, hoorden wij ons regelmatig zeggen met de zilveren plak van Rio in ons geheugen. In de voorbereiding richting Rio hadden wij ook weinig tijd op de baan gezeten.

Wij hoorden in de wandelgangen wat onze tegenstanders aan het doen waren in training en de laatste 2 jaar zagen wij ook wel dat er een aantal koppels zich echt aan het specialiseren waren. In een trainingswedstrijdje in Anadia liep het ook nog eens voor geen meter bij ons. Wij werden naar huis gereden door Patrick en Tristan. Maar toch, je weet nooit. Eenmaal in Tokio …. (die heenreis laten wij even voor wat het is) Het zou een aparte nieuwsbrief kosten om alle protocollen te beschrijven die golden voor het reizen en om Japan in te komen. 

Eenmaal in Tokio werden wij ondergebracht in het baandorp, een natuurpark vlakbij de baan met uitzicht op Mount Fuji. De omgeving, natuur en de mensen waren uniek. Elk ritje naar de baan (wij mochten nergens anders komen) was een cadeautje. De laatste trainingen in Tokio op de baan gingen steeds beter. Op de baan moet je echt een ritme vinden. Het is niet domweg hard fietsen, ook al lijkt het soms zo. Het is een onderdeel dat veel vraagt van je fysiek en risico in zich heeft. Het is verleidelijk om de motor te snel op te blazen. Maar het is: “koppie koppie”.

Het doel was een medaille. In de ritten voor ons reed Frankrijk 4:05, Polen reed ook 4:05 en Patrick en Tristan reden een nieuw verbluffend wereldrecord van 3:59. Dit gebeurde vlak voor onze rit. Wij trekken nu heel wat jaartjes met deze gasten op. Ik denk dat wij veel aan elkaar hebben (gehad). Zij hadden zich toegelegd op dit onderdeel en draaiden het in perfectie uit hun vingers op het belangrijkste moment in vijf jaar. Respect, echt heel knap. 

Het spreekt voor zich dat zij goud wonnen die dag tegen Engeland. Engeland was sneller dan ons in de kwalificatie. Wij reden een knappe 4:06. Snelste tijd voor ons ooit, maar net niet genoeg voor de strijd om brons. Frankrijk tegen Polen voor brons. 0,8 sec kwamen wij tekort. Het schouderklopje op de foto zegt alles. We waren goed, maar net niet goed genoeg.

Polen won het brons en dan ineens werd ook onze wereld opgeschrikt met een dopinggeval. Een dag later verscheen het nieuws dat Polen (zowel stoker als piloot) betrapt was op het gebruik van EPO in aanloop naar de Spelen toe. Zij mochten niet meer in actie komen, direct naar huis en de bronzen medaille werd hun afgepakt. Zuur, zuur want met een dag eerder dit nieuws waren wij als vierde doorgegaan naar de strijd om brons. En als … Je weet nooit. Maar goed: ‘als’ telt natuurlijk niet in de spor,t maar hier zit een vies luchtje aan en worden wij de dupe van oneerlijke sport. 

De vraag komt natuurlijk ook op of deze mannen eerder naast de pot hebben gepiest? Wij zijn wel eens tweede geweest op een WK achter hun. Maar ja, ook die ‘als’ telt niet. In ieder geval goed dat ze er nu uitvliegen. Jammer voor ons, maar goed voor een schone sport.

Foto: Mathilde Dusol